Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [36]Gelijk een mens, buitenslands reizende, zijn huis verliet, en zijn dienstknechten [37]macht gaf, en elk zijn werk, en den deurwachter gebood, dat hij zou waken; 36. Alzo zal het ook zijn met den Zoon des mensen. 37. Namelijk om zijn huis en goed te regeren.